Scholier in oorlogstijd


Felix Valk, zoon van beeldend kunstenaar Hendrik Valk, was 15 jaar tijdens de Slag om Arnhem. In zijn dagboek beschrijft Felix de gebeurtenissen vanuit Schaarsbergen, in huis bij de familie Röell. Aan dit gedeelte van zijn dagboek gaat een deel vooraf, spelend in de zomer van 1943, in Arnhem en omstreken en op het Stedelijk Gymnasium.
Na de Slag volgt dan het grootste deel dat begint op 1 januari 1945 en eindigt met de bevrijding van de Veluwe.
Van maar heel weinig Nederlandse jongeren zijn dagboeken uit de oorlogsjaren gepubliceerd. Er is natuurlijk het wereldberoemde dagboek van Anne Frank. Ook zijn er publicaties van mensen die lang na de oorlog hun herinneringen aan hun jeugd tijdens de oorlog hebben opgeschreven. Maar van gewone jongens en meisjes die tijdens de oorlog verslag doen van hun dagelijkse belevenissen is maar weinig gepubliceerd. In dit dagboek ziet men zo’n gewone jongen de oorlog ondergaan, deels als spannend avontuur, deels als een te overwinnen hindernis. Men ziet hem van kind tot jongvolwassene worden en men beleeft de oorlog zoals veel Nederlandse jongens van zijn leeftijd die hebben ondergaan.


Voorwoord van de bewerker

Het dagboek van Felix Valk bestaat uit twee schoolschriften die door Else Valk werden aangetroffen in de nalatenschap van haar in 1999 overleden broer. Toen hij aan dit dagboek begon te schrijven was hij 14 jaar. De familie Valk woonde in Arnhem. Vader Hendrik Valk was een bekend schilder en van 1926 tot 1962 was hij een invloedrijk leraar aan de Arnhemse academie ‘Kunstoefening’. Hendrik Valk trouwde met de van oorsprong Russische Tatiana Kotschergina. Zij kregen twee kinderen, Felix en de vier jaar jongere Else. 1

Niet alles uit de twee schriften is in deze uitgave overgenomen. Overbodige herhalingen en gebeurtenissen die alleen in de familiekring, zestig jaar geleden, betekenis hadden, zijn vermeden. De spelling is aangepast aan de moderne tijd. Zinsbouw en grammatica zijn hier en daar gecorrigeerd, om het vlot kunnen lezen en begrijpen van de zinnen te bevorderen. Alle beschreven gebeurtenissen en gedachten zijn naar de inhoud in de schriften terug te vinden. Wel werden enkele foto-illustraties toegevoegd die niet in de schriften staan. Tussen rechte haakjes […] staan hier en daar verklarende plaats- en naamsverwijzingen die ook niet in de originele tekst staan. Ook zijn een 30-tal verklarende voetnoten toegevoegd.

De volledige namen van door Felix genoemde leraren en leraressen van het Stedelijk Gymnasium Arnhem zijn ontleend aan het jubileumboek van die school Het Gymnasium aan de Statenlaan (2003).

Van de klasgenoten van Felix die in deel I voorkomen zijn Rutger Röell en Peter Berends de belangrijkste.2 Laatstgenoemde heeft zich later ontwikkeld tot historicus van de Slag om Arnhem, speciaal wat betreft de strijd gevoerd door het Duitse leger. In 2002 verscheen zijn boek Een andere kijk op de slag om Arnhem. De snelle Duitse reactie. (Uitgeverij Aspekt).

De twee schriften van Felix zullen worden overgedragen aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) voor opname in de collectie oorlogsdagboeken.3 In die collectie is ook een aantal dagboeken van jongeren opgenomen. Het bekendst is natuurlijk het dagboek van Anne Frank. Maar dat is zo uitzonderlijk dat het niet tot de ‘gewone’ collectie kan worden gerekend. Van jongeren die aan het einde van de oorlog nog geen 18 jaar waren heb ik alle door het NIOD indertijd gemaakte samenvattingen gelezen.4 Dat zijn er ongeveer 15. ‘Ongeveer’ omdat de exacte leeftijd van de auteurs niet altijd bekend is. Niet gelezen heb ik jeugdherinneringen aan de oorlogsjaren die ná de oorlog, sommigen zelfs heel recent, zijn opgetekend.5

Uit Arnhem en omgeving heeft de NIOD collectie tot nu toe geen door een jongere bijgehouden dagboek.6 Dagboeken van jongens uit andere plaatsen getuigen vaak van een grote belangstelling voor de luchtoorlog, met nauwkeurige beschrijvingen van typen en aantallen vliegtuigen en van luchtgevechten. Zoals uit dit dagboek blijkt had Felix Valk die belangstelling ook, maar beperkte hij zich daar niet toe.

Ook uit de wat wijdere omgeving van Arnhem bevat de NIOD-collectie maar weinig dagboeken van jongeren. Van twee jongens, een HBS’er en een gymnasiast, zijn er dagboeken uit Deventer. Het eerste7 is beperkt tot een beschrijving van krijgshandelingen in de lucht en op de grond, van april 1944 tot de bevrijding in 1945. Het tweede8 is erg omvangrijk en getuigt van een brede belangstelling. Het beslaat alle vijf oorlogsjaren, met onderbrekingen. De (foto)kopie is moeilijk leesbaar. Het origineel berust nog bij de auteur en zal t.z.t. worden overgedragen aan het stadsarchief van Deventer.

In het dagboek van Felix Valk is over de periode van augustus 1943 tot april 1945 een ontwikkeling te zien van een nog vrij kinderlijke en zorgeloze belevingswereld in 1943 tot die van de benarde en hongerige volwassenen in de winter van begin 1945. Ongetwijfeld hebben de ervaringen tijdens de Slag om Arnhem in september 1944, de confrontatie met een verwoeste stad, een geplunderd huis en de gedwongen evacuatie, tot deze versnelde ontwikkeling bijgedragen. In de hongerwinter getuigt zijn dagboek van een sterke gerichtheid op alles wat eetbaar is. Wij die in tijden van een overvloed aan voedsel leven, ervaren die dagelijkse preoccupatie als een overdreven zorg en het aantal zinnen daaraan gewijd als buitensporig. Maar wie die in de winter van ’44-’45 op hongertocht ging zou hebben kunnen geloven dat 60 jaar na de bevrijding onze nationale zorg zou uitgaan naar het groeiend aantal zwaarlijvige kinderen en jongeren?

Dolph Kohnstamm


1 Felix werd later directeur van het Lijnbaancentrum en het Museum voor Volkenkunde in Rotterdam. In Arnhem opende hij in 1953 de destijds toonaangevende Galerie 20 voor moderne kunst, later gevolgd door een dependance aan de Amsterdamse Keizersgracht. In de jaren ’80 opende hij in Arnhem Galerie 20x2, gericht op hedendaagse niet-westerse, en speciaal Afrikaanse kunst. Na zijn dood werd zijn collectie Afrikaanse kunst via het Instituut Collectie Nederland ondergebracht in het Afrika Museum te Berg en Dal. In 2005 zullen zowel aan Hendrik Valk als aan diens zoon Felix speciale tentoonstellingen worden gewijd, in Arnhem en in Berg en Dal (bij Nijmegen). Over beider levens en werken zullen dan ook twee boeken verschijnen.

2 Zij vormden ook de redactie van De Uilenspiegel, zie blz. 33.

3 Van het gedeelte over de slag om Arnhem zal een kopie gegeven worden aan het Airborne museum.

4 Ik dank Marian Ros van het NIOD voor de hulp die zij mij hierbij bood.

5 Er zijn in die oorlogsjaren natuurlijk veel meer dagboeken geschreven dan in de collectie van het NIOD bewaard worden, ook door jongeren. Zo is er bijvoorbeeld het in briefvorm geschreven dagboek van de toen 17-jarige Nico Frijda, geschreven in de gevangenis van Leeuwarden, in 1944, en uitgegeven door van Oorschot in 1984. Veel dagboeken van jongeren zullen zijn vernietigd omdat de auteurs of hun nabestaanden ze onbelangrijk vonden of omdat men de herinnering aan die jaren wilde uitwissen. Mogelijk liggen er ook nu nog op zolders te wachten tot iemand die zolders komt ‘opruimen’.
6 Het Airborne museum te Oosterbeek bezit een dagboek geschreven door een 15-jarig meisje tijdens de slag om Arnhem. Dit is door het museum gepubliceerd onder de titel De Tommies komen! Dagboek van een Oosterbeeks meisje, septemberdagen 1944. (ook in het Engels). Andere door jongeren geschreven dagboeken heeft het Airborne museum niet.

7 No. 251. Auteur J.M. Veldhuis.

8 No. 504. Auteur A.W.Burger

sluit dit venster